Warming up

Het spelen op een trompet is best zwaar, de spieren verrichten net als bij een atleet veel zware arbeid. Daarom is het ook van belang om te beginnen met een goede warming up.

Letterlijk gezien: we moeten de temperatuur van de spieren verhogen. Als je direct op de trompet gaat spelen loop je kans op blessures. Daarom is het goed om zonder je instrument te beginnen.

1. Het is altijd goed om eerst je ademsteun "wakker" te maken met behulp van wat ademhalingsoefeningen (zie hoofdstuk Ademhaling). Daarna moeten de lipspieren verwarmd worden.       

  • Dit kun je doen door te "flutteren", wat inhoudt dat je lucht via de mond laat ontsnappen, waarbij je lippen steeds open en dicht slaan om de lucht door te laten (ook wel 'briesend paard' ). Het moet vooral rustig gebeuren. Deze beweging van de lippen stimuleert de doorbloeding van de lipspieren. Wanneer je dit gedaan hebt moet je door met je lippen over elkaar te rollen voelen hoe je embouchure aanvoelt.
  • Als dit goed aanvoelt (en dat gevoel moet je herkennen van een dag dat je embouchure goed bleek te zitten of was) dan kun je voorzichtig gaan buzzen en inspelen. Als het nog niet goed aanvoelt, moet je het proces herhalen, net zo lang tot het goed is.  Je eerste aanzetten op de trompet zullen nu beter zijn dan wanneer je koud begint te spelen. Op deze manier voorkom je bovendien dat je de dag, als gevolg van het feit dat je de studie met een slecht geluid begint, met een negatief gevoel ingaat.

2. Na het "flutteren" van de lippen kun je om de spieren en de ademhaling in combinatie te gebruiken gaan "buzzen".

Hoe leer je buzzen ?

  • Eerst neem je veel lucht in. Dan breng je de lippen in positie (uitspraak van het woord dim of em) en zet je het embouchure onder spanning. Als je nu de lucht laat gaan, gaan de lipflappen uitslaan. Er ontstaat een soort bijengezoem wat controleerbaar is qua hoogte en volume.
  • Je zou bijv. wat lange noten of een halve toonladder kunnen buzzen. Doe het echter nooit te lang, want het is een relatief zware belasting voor de lipspieren.

3. Na het buzzen kun je eventueel wat op het mondstuk alleen spelen.

  • Het mondstuk moet hierbij losjes op de lippen gezet worden (vasthouden aan het eind van de stift met duim en wijsvinger).
  • Op het mondstuk kun je wat slurs en aanzetten spelen over ongeveer twee octaven.
  • Speel niet te lang en te hard en luister naar jezelf. Hierna kun je wat gaan spelen op het instrument zelf.

4. Inspelen

Omdat alle trompettisten sterk van elkaar verschillen heeft eenieder een eigen combinatie van inspeeloefeningen.

Wat deze inspeeloefeningen in elk geval zou moeten bevatten (en zeker bij een beginner) zijn

  • lange noten,
  • toonladders,
  • chromatische ladders over het hele persoonlijke bereik,
  • legato en staccato oefeningen en
  • lipbindingen.
  • Let op, dat je voldoende rust neemt, speel nooit te hard en zorg dat er te allen tijde sprake is van een positieve (mentale) benadering van het te bestuderen materiaal.