5. Intonatie

 Intonatie

Er van uitgaande dat het instrument goed gestemd is, moet de bespeler er naar streven bij het spelen van een toon, de kern van de toon te raken, oftewel het tooncentrum.

Ook is het van belang dat de speler voor zichzelf leert herkennen wanneer hij buiten het tooncentrum geraakt.

  • Het embouchure kan, in samenwerking met de luchtstroom, grote invloed uitoefenen op de toonhoogte en dus ook op het al dan niet spelen binnen het tooncentrum. Wanneer er in het lage register te laag wordt geïntoneerd dan kan dat liggen aan een te zwak embouchure, terwijl een te hoge intonatie (zeker in het hoge register) veelal te wijten is aan een te strak en dus gestresst embouchure.

 

  • Het kan voorkomen dat een speler met een goed ontwikkeld embouchure, een goede ademsteun en een goede controle over de verschillende registers, toch een slecht uithoudingsvermogen heeft. Dit is dan veelal te wijten aan de intonatie. Bij het constant te hoog intoneren van de noten, raken de lippen snel vermoeit. Het loont dan de moeite om tijdens het studeren steeds opzettelijk een fractie te laag te intoneren, op deze wijze dwing je jezelf, door te spelen met een wijdere amplitude, terug te keren in het tooncentrum. Eenmaal in het tooncentrum,kan er sprake zijn van een relaxed embouchure en een hersteld en gesterkt uithoudingsvermogen.