GERMAANSE LURE

  • Een lure is een blaasinstrument uit de Noordse bronstijd.[1]
  • Het instrument bestaat uit een mondstuk, een buis en een sierschijf. Tijdens het spelen dient deze schijf boven het hoofd te worden gehouden. Dit is ook te zien op rotstekeningen die zijn aangetroffen in Scandinavië.
  • Luren zijn vooral gevonden in de Scandinavische landen.
  • Bij veenafgravingen zijn luren aangetroffen die in graven waren bijgelegd.[2]

 

  • De Oergermanen Uit de Bronstijd van de Oergermanen (1500-400 v. Chr.) zijn bijzondere koperblaasinstrumenten overgebleven. De Oergermanen stammen, samen met hun Luren uit Noorwegen, Zweden, Denemarken, Noord-Duitsland en Ierland. De grootste, Lurenverzameling ligt momenteel in het "Nationale Museum van Denemarken" in Kopenhagen.
  • De oorspronkelijke vorm van de Lure moet een mammoetslagtand geweest zijn die met metaal bewerkt werd. Hieruit ontwikkelde zich een Lure van brons. De buis is hoofdzakelijk conisch en eindigt niet in een beker, maar in een soort bord welk versierd werd met halve bolletjes.
  • Aan het mondstuk is te zien, dat die een evolutie heeft doorstaan. De eerste waren niet meer dan een uitweiding van de hoofdbuis. De latere waren exemplaren met haast een moderne boring en vorm.

KELTISCHE CARNYX

  • De Kelten Ook de Kelten hadden een trompetachtig instrument in dienst, de Carnix Zij ontwikkelden zich net als de Romeinse Lituus met een verbinding tussen een bronzen buis en een koehoorn. De jongste van deze instrumenten hadden een fraai versierde beker in de vorm van een drakenhoofd en zijn moeten in Rome de Romeinse Lituus hebben beïnvloed, omdat deze het drakenhoofd later overnam.
  • De carnyx was een koperen blaasinstrument dat tijdens de IJzertijd werd gebruikt door onder meer de Kelten en de Daciërs. Het instrument lijkt op een lange trompet, met een beker in de vorm van een dierenkop, vaak een wild zwijn.
  • Het werd onder andere gebruikt bij oorlogsvoering, waarschijnlijk om de troepen op te hitsen voor de strijd en om de tegenstander te intimideren. De carnyx werd in verticale positie bespeeld, waardoor de tonen over de hoofden van de troepen of deelnemers bij ceremonies konden klinken. Archeologische vondsten bevestigen het gebruik van de carnyx tussen ca. 300 voor Chr. tot 200 na Chr.

Archeologische vondsten

  • De naam van het instrument is bekend uit oude geschriften. Zo staat er een vermelding in het verslag van de Keltische aanval op Delphi in 279 voor Chr. Ook komt het instrument voor in teksten over de veldtocht van Julius Caesar in Gallië en de invasie van Groot-Brittannië door Claudius. De bekendste afbeelding van een carnyx is die op de Ketel van Gundestrup, maar er zijn ook munten teruggevonden waarop het instrument is weergegeven.
  • In 1816 werd op de kusten van de Moray Firth-inham in Aberdeenshire, Schotland, een goed bewaard gebleven exemplaar teruggevonden dat de Deskford Carnyx werd genoemd. Tot 2004 werden nog vier andere carnyxen gevonden. In november 2004 ontdekten archeologen in Tintignac (in het Franse Corrèze) echter vijf exemplaren in goede staat, tussen funderingen van een Gallisch-Romeinse tempel uit de eerste eeuw v. Chr. Vier van die instrumenten hadden monden in de vorm van wilde zwijnen, de vijfde leek op een slang.[1]
  • Naast de Kelten gebruikten onder meer de Daciërs de carnyx. Op de Zuil van Trajanus staan verschillende exemplaren afgebeeld in de Dacische Oorlogen door de Romeinen waren buitgemaakt. Waarschijnlijk was het instrument in de IJzertijd in heel Europa in gebruik.
  • De Grieken kenden het instrument eveneens als carnyx (κάρνυξ) en de lituus was een Romeins equivalent. Afbeeldingen van Carnyx-spelers op ornamenten van de Grote Stoepa in Sanchi, geven aan dat het instrument ook daar bekend was, waarschijnlijk via reizende Keltische huurlingen of andere groepen.[2]

Maak jouw eigen website met JouwWeb