3. Correct ademen

Hoe leer je correct ademhalen ?

Een probleem bij het aanleren van een lage ademhaling is dat het in het begin als onnatuurlijk ervaren wordt en dat terwijl iedereen als pasgeboren kind en in zijn slaap onbewust laag adem haalt. Allereerst is het leren ontspannen van groot belang. Alleen als je ontspant kan de buik- en borststreek uitzetten en kan er spanning gemaakt worden. Een goede methode om iemand het diep-ademhalen te laten ervaren c.q. voelen is de zgn.

  • ademnood-methode.                    

Je laat een persoon met de hand op de onderbuik rustig en geleidelijk uitademen totdat hij geen lucht meer overheeft. Er ontstaat dan een soort vacuüm. Dan laat je hem in één keer inademen. De longen stromen vol en je voelt het uitzetten van de onderbuik. Het geheim is dat de buik nu uitzet als een natuurlijk gevolg van het inademen. Ook is het mogelijk om de leerling te laten voelen aan de eigen buik terwijl je langzaam inademt, aanspant en een toon speelt. Hij zal ervaren dat de onderbuik eerst relatief ontspannen is, daarna opzet en vervolgens aanspant. De buik zal tijdens het spelen van de toon op zijn plaats blijven en dus niet naar binnen krimpen. Wanneer hij nu zelf een toon gaat spelen moet hij bij zichzelf voelen hoe het bij hem te werk gaat en daar zijn conclusies uit trekken.

  • Een andere oefening is om te gaan zitten op een stoel, de knieën naast elkaar, en vervolgens vooroverbuigen en je voeten vastpakken. Dan ontspannen en inademen zonder de schouders te heffen. Je voelt hierbij duidelijk (indien ontspannen) de buikstreek uitzetten. Het is immers onmogelijk in deze positie hoog adem te halen. Deze oefening zou je enige malen moeten herhalen. Een probleem bij het laag ademhalen is vaak de gespannenheid van de buikspieren door bijv. nervositeit. Als dit het geval is kan je de leerling zijn buik zonder lucht in te nemen enkele malen laten aanspannen en ontspannen. Hierdoor ervaart hij bewust hoe de ontspanning aanvoelt en zal hij dit kunnen toepassen bij het laag ademhalen.

Een gouden regel bij het trompetspelen is dat tegenover elke inspanning ontspanning hoort te staan en dit geldt ook voor de ademhaling.

  • De volgende oefeningen (Warm Ups) zijn erg goed voor het opwekken van een laag adem "gevoel", te weten (metronoom 60) geleidelijk inademen gedurende 8 tellen, dan 8 tellen vasthouden en geleidelijk uitademen in 8 tellen, weer 8 tellen vasthouden en dan weer geleidelijk gedurende 8 tellen inademen. Dit proces herhaal je vier maal. Een variatie hier op is 8 tellen inademen, 8 tellen vasthouden en dan uitblazen in één tel (je voelt het samentrekken van de buik), daarna 8 tellen vasthouden en weer opnieuw beginnen. Dit kun je ook vier keer herhalen.Bij het toepassen van de ademhalingstechnieken moet altijd de ontspanning centraal staan. Dit zeg ik echter omdat er daarna een grote inspanning geleverd moet worden. Bij het spelen op een trompet moet er altijd spanning op de buik staan. Die kracht moet gestuurd worden en heeft deze spanning nodig om een gecontroleerd uitslaan van de lipflappen te bewerkstelligen en zodoende een goed geluid te verkrijgen.

Wanneer je het lichaam ontspant, rustig inademt en dan plotseling en hard de bekende Indianenkreet HOW uitroept voel je het samentrekken van de buikspieren. Onthoud het gevoel.

  • Weer een andere methodeis de volgende; Haal het mondstuk van je trompet, haal rustig adem en blaas dan in een keer alle beschikbare lucht hard door het instrument. (Pas op, je kunt duizelig worden). Hierbij voel je weer het samentrekken van de buikspieren. Onthoud het gevoel. Om het nut (de functie) van de ademstem te ervaren zou je een toon kunnen zingen met aangespannen buikspieren (veel lucht nemen) en dan de spanning laten gaan. Let op hoe de kwaliteit van de toon verandert. Doe ditzelfde op je instrument. De toonkwaliteit, zacht of hard, valt en staat bij de gratie van een goede ademsteun en voor zolang als de nood duurt moet er spanning blijven bestaan in de buikstreek.
  •  De vier stappen van de yoga-ademhaling:

- Het lichaam moet ontspannen zijn. Je moet goed recht staan. Let hierbij op dat je het bekken niet kantelt. Tweederde van het lichaamsgewicht moet gedragen worden door de voorvoeten (niet de hielen) en de benen.

  1. - De eerste stap is het laag inademen van ongeveer 5% van je totale luchtinname. Hierbij plat het middenrif af en de borststreek blijft in zijn gewone positie, maar de buik zet iets uit.
  2. - Bij de tweede stap neem je weer ongeveer 5% van de totale luchtinname en laat je de buik terugkeren (horizontale beweging) naar de normale positie. Het middenrif plat nog meer af en de borststreek blijft in zijn gewone positie.
  3. - Bij de derde stap neem je zoveel lucht in als er maar bij kan (90%). Daarbij til je de borstkas en schouders omhoog en je trekt de buik in een horizontale beweging in. Het middenrif komt strak te staan.
  4. - De vierde stap is het laten zakken van de borstkas en schouders (onder invloed van zwaartekracht) en deze zoveel mogelijk ontspannen. Je laat de buik terugkeren naar zijn normale positie en spant de buikspieren aan.

- Let op, deze ademhalingsmethode dient in een vloeiende gelijkmatige wijze te gebeuren.